Meteen naar document

Marketing woordenlijst

1BEM
Vak

Marketing management

390 Documenten
Studenten deelden 390 documenten in dit vak
Schooljaar: 2017/2018
Geüpload door:
0volgers
2Uploads
7upvotes

Reacties

aanmelden of registreren om comments te posten.

Gerelateerde Studylists

MarketingArtevelde sem 1

Preview tekst

Hoofdstuk 1: Marketing Marketing Behoefte Wensen Vraag Ruil Transactie Markt Marketingaanbod Producten Diensten Marketingmanagement Marktsegmentatie Doelgroepkeuze Demarketing Differentiëren Een sociaal en managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen wat zijn nodig hebben en wensen, door producten en waarde te creëren en deze met anderen uit te wisselen. Het besef van een individu dat het hem aan iets ontbreekt. De concrete vorm die de behoefte aanneemt in een bepaalde cultuur en persoon. Wensen die worden gesteund door koopkracht. De handeling waarbij men het gewenste object van iemand verwerft door zelf iets anders in ruil aan te bieden. Een ruil tussen twee partijen waarmee ten minste Twee zaken van waarde gemoeid zijn, plus overeengekomen voorwaarden, een tijd en een plaats van overeenkomst. Alle werkelijke en/ of potentiële kopers van een product of dienst. Een combinatie van goederen, diensten, informatie of ervaringen die bedrijven de markt bieden om een behoefte of wens te bevredigen. Alles wat onder de aandacht van de markt kan worden gebracht of aangeboden voor aankoop, gebruik of verbruik, en wat misschien voorziet in een behoefte of een wens; dit kunnen zowel materiële objecten zijn als diensten, personen, plaatsen, organisaties en ideeën. Ontastbare en relatief snel vergankelijke activiteiten, waarbij tijdens de interactieve consumptie directe behoeftebevrediging centraal staat en er geen materiële bezitsvorming optreedt. De analyse, planning, toepassing en uitvoering van programma’s die ontworpen zijn om voordelige transacties met kopers tot stand te brengen, uit te bouwen en te onderhouden, waarbij het doel is de ondernemingsdoelstellingen te verwezenlijken. Het proces waarbij consumenten worden ingedeeld in duidelijk onderscheiden groepen met gelijksoortige behoeften, kenmerken of gedrag. Deze groepen willen mogelijkerwijs andere producten of een andere marketingmix. Het proces waarbij de aantrekkelijkheid van de verschillende marktsegmenten wordt geëvalueerd en één of meerder doelgroepen worden uitgekozen waarop het bedrijf zich wil richten. Marketing om de vraag tijdelijk of permanent te doen dalen, waar bij het niet de bedoeling is dat de vraag verdwijnt, maar wel dat hij vermindert of verandert. De organisatie heeft het doel om een op aantal voor de (potentiële) afnemer relevante productattributen onderscheidend product aan te bieden. Het aanbieden van een goederen- of dienstenpakket dat in de Positioneren Waardeaanbod Marketingsysteem Marketingmix Product Prijs Plaats Promotie Proces Management van klantrelaties (customer relations mangement, crm) Loyaliteitsprogramma Winstgevende klanten Klanttrouw Klantretentie Klantaandeel Klantvermogen Customer lifetime values Productieconcept bedrijfstak als uniek wordt beschouwd. Het realiseren van een positie van een organisatie, businessunit, merk of product in de perceptie van afnemers, ten opzichte van vergelijkbare concurrenten. De totale combinatie van benefits waarop het merk is gepositioneerd. Schematische weergave van de actoren en hun onderlinge relaties in een commercieel ruilproces. De marketingvariabelen (product, prijs, plaats en promotie) waarop het bedrijf greep heeft en die het in de juiste verhouding aanwendt om gewenste respons bij de doelgroep op te roepen. Alles wat on de aandacht van de markt kan worden gebracht of aangeboden voor aankoop, gebruik of verbruik, en wat misschien voorziet in een behoefte of een wens; dit kunnen zowel materiële objecten zijn als diensten, personen, plaatsen, organisaties en ideeën. De ruilwaarde van een goed of dienst uitgedrukt in een rekeneenheid. De prijs kan worden beschouwd als opbrengstdrager en als element in de marketingmix. Alle activiteiten van het bedrijf om het product of de dienst beschikbaar te stellen aan de klant. Activiteiten om het product of de dienst en de verdiensten over te brengen op doelklanten en hen overreden tot kopen. De wijze waarop het marketingaanbod van diensten tot stand komt. Het totale proces van winstgevende klantrelaties opbouwen en onderhouden door superieure klantwaarde en tevredenheid te leveren. Het belonen van klanten die regelmatig en/of veel kopen. Een persoon, huishouden of bedrijf waaraan een bedrijf in de loop van de tijd een acceptabel bedrag meer aan inkomsten ontleent dan het kost om de klant te werven, aan hem te verkopen en service aan hem te verlenen. De mate waarin een klant loyaal blijft aan een merk of organisatie. Het percentage klanten dat in een bepaalde periode behouden blijft. Een deel van de aankopen in de productcategorieën van een bedrijf, dat de klant bij dat bedrijf doet. De totale levenslange waarde van alle klanten van een bedrijf. De waarde van de totale stroom aankopen die een klant zou doen tijdens de duur van de relatie. Volgens dit concept geven consumenten de voorkeur aan een producten die beschikbaar zijn en die zij zich gemakkelijk kunnen veroorloven. Het is dan belangrijk dat de bedrijfsvoering zich richt op een eeficiëntere Hoofdstuk 2: Bedrijfs- en marketingstrategie Strategische planning Jaarplan Langetermijnplan Strategisch plan Mission statement/ missie Visie Kerncompetenties/ core competences Activiteitenportfolio Strategische businessunit (SBU) Waardeketen Waardeleveringsnetwerk Electronic data interchange (EDI) De organisatiedoelen en capaciteiten voortdurend blijven afstemmen op de veranderende kansen op de markt. Een korte termijnplan dat de huidige situatie van een bedrijf weergeeft, alsmede de doelen, de strategie, het actieplan, de budgetten voor het komende jaar en controlemechanismen. Een plan waarin belangrijke factoren en krachten beschreven worden die de komende jaren van invloed zijn op de organisatie: langetermijndoelstellingen, de belangrijkste marketingstrategieën waarmee men deze wil bereiken en de benodigde middelen. Een plan waarin wordt beschreven hoe een bedrijf zich zal aanpassen om te profiteren van de kansen in een voortdurend veranderende omgeving, zodat de doelen en capaciteiten van een bedrijf blijven aansluiten op de veranderende marktkansen. Formulering van de doelstelling van de organisatie: wat zij wil bereiken in de ruimere omgeving. Geeft aan hoe de organisatie de markt of branche in zijn geheel ziet. Unieke kernvaardigheden waar een organisatie over beschikt. De Verzameling activiteiten en producten die samen het bedrijf vormen. Bedrijfsonderdeel met een eigen missie en doelstellingen, waarvoor een onafhankelijke planning opgesteld kan worden. Dit kan een divisie zijn, een productlijn binnen een divisie of zelf een enkel product of merk. Belangrijke instrument om manieren vast te stellen om meer klantwaarde te creëren. Bovendien is de waardeketen een door Porter ontwikkelde analysemethode om concurrentievoordelen en -nadelen van de organisatie te identificeren. Combinatie van de eigen waardeketen van de organisatie en die van onder meer leveranciers en distributeurs. Op maat gemaakte systemen waarin de computers van de belangrijkste kopende bedrijven zijn aangesloten op de computers van hun leveranciers, waardoor hun activiteiten nauwer op elkaar worden afgestemd, o. door het uitwisselen van gegevens over inkoopbehoefte van de kopende bedrijven en demogelijkheden tot levering (voorraadpositie) Supply chain management (SCM) B2B B2C C2C C2B Marketingstrategie Marktsegmentatie Marktpositionering Concurrentievoordeel Positioneringsdiagram Omgevingsanalyse Interne analyse/ micro-analyse Micro-omgeving van de leveranciers. Het afstemmen van de activiteiten in de bedrijfskolom op een dusdanige wijze dat een optimum bereikt wordt tussen de realisatie van de afnemerswensen en een minimalisatie van de kosten van het voortbrengingsproces. Marketingactiviteiten van een organisatie gericht op andere organisaties. Marketingactiviteiten van een organisatie gericht op particulieren. Marketing die verloopt via rechtstreekste communicatie tussen gebruikers van het product of de dienst. Consumenten die actief participeren in het productieproces, bv. door te communiceren met de leveranciers, te worden geraadpleegd door middel van crowdsourcing, of door een bijdrage leveren met user generated content. De strategische weg volgens welke de eenheid de marketingdoelstellingen hoopt te verwezenlijken. Het proces waarbij consumenten worden ingedeeld in duidelijk onderscheiden groepen met gelijk soortige behoeften, kenmerken of gedrag. Deze groepen willen mogelijkerwijs andere producten of andere marketingmix. Ervoor zorgen dat een product een duidelijke, onderscheidende en wenselijke plaats inneemt in het hoofd van de consument, vooral in verhouding tot andere producten. Een concurrentiepositionering voor een product formuleren en een gedetailleerde marketingmix samenstellen. De voorsprong die men op de concurrent haalt door de consument een grotere waarde te bieden, of door lagere prijzen of door meer benefits te bieden waardoor een hogere prijs gerechtvaardigd is. Analyse van de krachten in de omgeving van het bedrijf en binnen de organisatie die van invloed zijn op het vermogen om succesvolle relaties met geselecteerde klanten op te bouwen. Gestructureerde beoordeling van facetten van de eigen organisatie, uitmondend in een aantal sterkten en zwakten. De krachten in en om het bedrijf die van invloed zijn op het vermogen de klant tevreden te stellen: het bedrijf, bedrijven in het distributiekanaal, consumentenmarkten, Hoofdstuk 5: Koopgedrag van consumenten en bedrijven Consumentenkoopgedrag Consumentenmarkt Black box Cultuur Subculturen Sociale klassen Membership groups Referentiegroepen Aspiratiegroep Opinionleaders/ opinieleiders Status Gezinslevencyclus Levensstijl Psychografie Persoonlijkheid Zelfbeeld Motivatie Perceptie Selectieve aandacht Selectieve vertekening Het koopgedrag van de eindconsument: de individuen en huishoudens die producten en diensten kopen voor persoonlijk gebruik. Alle individuen en huishoudens die producten en diensten kopen of verwerven voor persoonlijk gebruik. Een ‘zwarte doos’ die gebruikt wordt in modellen om de nietwaarneembare mentale processen in het besluitvormingsproces van de (potentiële) afnemer weer te geven. Het stelsel van elementaire waarden, perceptie, wensen en gedrag dat een lid van de maatschappij meekrijgt uit het gezin en andere belangrijke instituten in de samenleving. Een groep mensen met overeenkomende waardestelsels op grond van een gelijkenis in levenservaring en leefsituatie. Redelijk permanente lagen binnen de maatschappij waarvan de leden een sterke gelijkenis vertonen in waarden, belangstelling en gedrag. Groepen waartoe de betrokkene behoort en die zijn gedrag direct beïnvloeden. Groep die direct of indirect invloed heeft op de hoduing en het gedrag van een bepaald individu. Groep waartoe een individu graag zou willen behoren. Mensen in een bepaalde referentiegroep die vanwege bepaalde vaardigheden, hun kennis, persoonlijkheid of andere eigenschappen invloed op anderen uitoefenen. Groep die direct of indirect invloed heeft op de houding en het gedrag van een bepaald individu. De fasen die een gezin doormaakt wat betreft samenstelling en leeftijd van de gezinsleden. Het individuele leefpatroon zoals dit tot uitdrukking komt in de activiteiten, interesses en opinies. De methode waarmee levensstijlen worden gemeten en geclassificeerd; hiertoe wordt de A10-dimensie gehanteerd (activiteiten, interesses, opinies). De unieke psychologische eigenschappen die leiden tot een redelijk consequent en permanent patroon van reacties op de omgeving. Verwant aan de persoonlijkheid; het complexe beeld dat mensen van zichzelf hebben. Een behoefte die zo sterk geworden is dat men naar bevrediging streeft. Het proces waarbij mensen informatie selecteren, indelen en interpreteren om zich een zinnig beeld van de wereld te vormen. De neiging van mensen zich af te sluiten voor de meeste informatie waaraan zij worden blootgesteld. De neiging van mensen om informatie zo te interpreteren dat al aanwezige opvattingen bevestigd worden. Selectieve herinnering Leren Overtuiging Merkimago’s Attitude Informatie zoeken Koopbesluit Cognitieve dissonantie Nieuw product Adoptieproces Adoptie Innovators Early adopters Early majority Late majority Laggards De neiging van mensen alleen een deel van de informatie waaraan zij worden blootgesteld te onthouden, doorgaans de informatie die hun standpunt en overtuiging ondersteunt. De verandering in gedrag op grond van ervaring. Een beschrijvende gedachte van een individu over een bepaalde zaak. De indruk die de consument van een bepaald merk heeft. Een consequent gunstig of ongunstig standpunt of gevoel t.o. een object of een idee. Fase in het koopbesluitvormingsproces waarin de consument meer informatie wenst over het product. De consument heeft misschien gewoon meer aandacht voor het product, of gaat actief informatie verzamelen. Fase in het koopbesluitvormingsproces waarin de consument het product werkelijk koopt. Het gevoel van ongemak als gevolg van het innerlijk conflict na de aankoop. Een product, een dienst of een idee die/dat sommige potentiële klanten als nieuw ervaren. Het mentale proces vanaf het moment dat de consument voor het eerst van een nieuw product hoort tot de uiteindelijke acceptatie. De beslissing van een individu om een regelmatig gebruiker van een product te worden. De groep potentiële kopers die nieuwe ideeën of producten uitproberen en daarbij enig risico niet schuwen. De groep potentiële kopers die nieuwe ideeën of producten pas uitproberen als eerst anderen het initiatief hebben genomen. De groep potentiële kopers die gevoelig zijn voor nieuwe ideeën en producten maar deze pas uitproberen als eerst anderen het uitgeprobeerd en geaccepteerd hebben. De groep potentiële kopers die weinig gevoelig zijn voor nieuwe ideeën en producten en deze dan ook pas uitproberen als eerst een grote groep mensen in hun omgeving deze uitgeprobeerd en geaccepteerd hebben. De groep potentiële kopers die weinig gevoelig zijn voor nieuwe ideeën en producten en zeer terughoudend zijn bij het uitproberen ervan. Doelmarkt / doelgroep Ongedifferentieerde marketing Gedifferentieerde marketing/ segmentmarketing Geconcentreerde marketing Nichemarketing Micromarketing Individuele marketing één-op-éénmarketing Mass customization Zelfmarketing Customerization Positioneringsdiagram (perceptual positioning map) Unique selling proposition (USP) Een groep kopers met gemeenschappelijke behoeften of kenmerken die het bedrijf besluit te bedienen. Een segmentatiestrategie voor het benaderen van de markt waarin het bedrijf de verschillen in de markt negeert en zich met één aanbod op de hele markt richt. Een segmentatiestrategie voor het benaderen van de markt waarin het bedrijf zich met verschillende marketingprogramma’s op verschillende marktsegmenten richt. Een segmentatiestrategie voor het benaderen van de markt waarin het bedrijf zich met één bepaald marketingprogramma richt op een groot deel van één of meerdere submarkten. Het aanpassen van de aanbiedingen van een bedrijf, zodat ze beter aansluiten op de behoeften van één of meer subsegmenten waarin vaak weinig concurrentie is. Een vorm van doelgroepmarketing waarin het marketingsprogramma wordt toegesneden op de behoeften en wensen van een eng gedefinieerd geografisch, demografisch, psychografisch of gedragssegment. Het aanpassen van producten en marketingprogramma’s aan de behoeften en voorkeuren van individuele klanten. Marketing waarbij marketingprogramma’s worden toegesplitst op de behoeften en de voorkeuren van de individuele klanten. Het op grote schaal produceren van individueel ontworpen producten en mededelingen. De beweging van de afnemer om steeds meer zelf de verantwoordelijkheid te nemen in het bepalen welke producten en merken hij wil kopen. Het is aan de individuele klant om het marketingaanbod vorm te geven. Zo worden klanten prosumenten i.p. slechts consumenten. Een figuur waarin de perceptie van de consument ten aanzien van een merk op relevante criteria wordt afgezet tegen de perceptie van de consument ten aanzien van andere merken. Een unieke productbenefit die het bedrijf steeds op een agressieve manier onder de aandacht van de doelmarkt brengt. De benefit is doorgaans een afspiegeling van functionele superioriteit: de beste kwaliteit, de beste service, de laagste prijs, de geavanceerdste Onderpositioneren Overpositioneren Verwarde positionering technologie. Een positioneringsfout waarbij men heeft nagelaten het bedrijf, product of het merk te positioneren. Een positioneringsfout waarbij een te smal beeld van het bedrijf, het product, of het merk op de doelconsument wordt overgebracht. Een positioneringsfout waarbij de consumenten een verward beeld van het bedrijf, het product of het merk overhouden. Total quality management (TQM) Merk Verpakking Assortiment Breedte van het assortiment Diepte van het assortiment Lengte van het assortiment Consistentie Ontastbaarheid van diensten Onscheidbaarheid van diensten Variabiliteit van diensten Vergankelijkheid van diensten (heterogeniteit) Ontbreken van eigendom Dienstencontinuüm Brand equity verbruik. We denken hierbij aan duurzaamheid, betrouwbaarheid, precisie, bedienings- en reparatiegemak en andere gewaardeerde kenmerken. Programma’s die ontworpen zijn om de kwaliteit van producten, diensten en marketingprocessen voortdurend te verbeteren. Ieder teken – een naam, term, teken, symbool of ontwerp of een combinatie van deze elementen – dat in staat is producten of diensten van een bepaalde aanbieder te onderscheiden en dat in materiële dan wel immateriële zin een zekere betekenis kan hebben. Datgene wat om het artikel heen zit. Het omvat het ontwerp en de productie van het omhulsel van het product. Het totaal van productgroepen en producten dat een (productie of handels)bedrijf aan de klant aanbiedt. Het aantal verschillende productlijnen dat een bedrijf voert. Het gemiddeld aantal producten en productvarianten binnen de productgroepen van een assortiment. Het totale aantal producten waaruit het assortiment is opgebouwd. Samenhang en evenwichtigheid van de onderdelen die gezamenlijk één geheel vormen. Een belangrijk kenmerk van diensten: de productie en consumptie van de dienst kunnen samenvallen; zij kunnen niet gezien, geproefd of vastgepakt worden voordat zij worden gekocht. Een belangrijk kenmerk van diensten: zij worden tegelijkertijd gemaakt en verbruikt, en zijn onscheidbaar van de dienstverlener, of dit nu een machine is of een mens. De kwaliteit is afhankelijk van degene die de dienst verleent en van wanneer, waar en hoe de dienst verleend wordt. Het feit dat diensten niet kunnen worden opgeslagen of van tevoren worden geproduceerd om op afroep beschikbaar te zijn. Het feit dat een dienst niet in eigendom is van de gebruiker, maar zolang de dienst duurt, beschikbaar is voor de gebruiker. Dit laat zien of het accent van een dienst meer op de ontastbare of de tastbare elementen ligt. Het positieve verschil dat het kennen van de Brand valuation/ merkwaardebepaling Fabrikantenmerk Huismerk Licentiemerken Merknamen combineren/ co-branding Lijnextensie Merkextensie Multibranding Flankeermerken Vechtmerken Megamerkstrategie Ontwikkeling van nieuwe producten Generen van ideeën merknaam heeft op de respons van een klant ten aanzien van het product of de service. Een maatstaf van de merkwaarde is de mate waarin klanten bereid zijn meer te betalen voor het merk. De totale financiële waarde van een merk. Bij deze manier om de financiële waarde van merken te bepalen wordt gekeken naar de waarde van de cashflows die een merk in de toekomst kan generen. Een merk dat geïdentificeerd wordt door de naam die de producent/ fabrikant aan dat merk heeft gegeven en dat ook diens eigendom is. Een merk dat eigendom is van een distribuantenorganisatie (detailhandel/ groothandel), dat geïdentificeerd wordt met de naam die deze organisatie aan dit merk heeft gegeven en dat via de eigen organisatie of de daarbij aangesloten verkooppunten wordt verkocht. Een product dat, of dienst die, gebruikmaakt van een merk dat door de eigenaar van het merk aan de gelicenseerde ter beschikking wordt gesteld in ruil voor een afgesproken royalty of licentiegled. De praktijk om de gevestigde merknamen van 2 verschillende bedrijven op hetzelfde product te zetten. Merkenstrategie waarbij een merkeigenaar een reeds gevoerde merknaam gebruikt voor extra productvariaties in dezelfde productgroep: nieuwe smaken, vormen, kleuren, nieuwe ingrediënten of verpakkingsgrootten. Een merkenstrategie waarbij een merkeigenaar de merknaam van een bepaald product in een bepaalde productgroep ook in een voor die merkeigenaar andere productroep gebruikt. Marketing met behulp van diverse merken. Merk uit de merkenportfolio van een onderneming dat bedoeld is om aanvallen van de concurrerende merken op het bastionmerk te voorkomen. Merk waarmee de strijd met concurrenten wordt aangebonden. Overkoepelende marketingstrategie met betrekking tot een dominant merk. De ontwikkeling van oorspronkelijke producten, productverbeteringen en nieuwe merken door de eigen R&D-afdeling van het bedrijf. Het systematisch zoeken aar ideeën voor nieuwe producten. Hoofdstuk 8: Prijsbeleid Dynamische prijszetting Inkoopcommunity Inverse prijszetting/ backward pricing Vaste kosten Variabele kosten Totale kosten Volledig vrije mededinging/ zuivere concurrentie Monopolistische concurrentie Homogeen oligopolie (zuiver) monopolie Prijselasticiteit Commodities Conjuctuurcyclus Perceived value pricing Verschillende prijzen vragen afhankelijk van de individuele consument en van de specifieke situatie. Een georganiseerde samenwerking van een groep mensen die een product of dienst willen inkopen. Methode van prijszetting waarbij wordt uitgegaan van een verkoopprijs die voor de afnemers acceptabel is; men vermindert deze met marge voor de tussenhandel en met een winstmarge die het bedrijf zalf wil maken. Vervolgens wordt gekeken of het mogelijk is om het product tegen de zo berekende kostprijs te maken. Kosten die bij een bepaalde capaciteit niet fluctueren met de productie of de omzet. Kosten die rechtstreeks met het productieniveau op en neer gaan. De som van de vaste en variabele kosten voor een willekeurig productniveau. Marktvorm waarbij een groot aantal aanbieders een in de ogen van de afnemer een identiek product op de markt aanbiedt. Een marktvorm waarbij veel afnemers en aanbieders elk een verschillend maar gelijksoortig product aanbieden. Elke aanbieder heeft een beperkte vrijheid in het vaststellen van de eigen verkoopprijs. Marktvorm waarbij een beperkt aantal aanbieders een in de ogen van de afnemer verschillend maar wel gelijksoortig product op de markt aanbiedt. Een marktvorm met maar één aanbieder; dit kan een overheidsmonopolie zijn, een gereguleerd particulier monopolie of een nietgereguleerd particulier monopolie. De aanbieder heeft een tamelijk grote vrijheid in het vaststellen van de eigen verkoopprijs. De procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een bepaald product in relatie tot de procentuele verandering van de prijs van het product. Producten die veelal in grote hoeveelheden verkrijgbaar zijn en die aan bepaalde basisspecificaties moeten voldoen. Een middellange golfbeweging van de afzet die wordt veroorzaakt door veranderingen in algemeen economische en concurrentieactiviteit. Een methode van prijszetting waarbij als Gangbare prijs (Going rate) Kostprijsplusmethode Break-evenprijszetting Waardeprijszetting Concurrentiegeoriënteerde prijszetting Geheime inschrijving Afroomprijsstrategie Penetratieprijsstrategie Productlijnprijszetting Prijszetting van productopties Prijszetting van noodzakelijke toebehoren uitgangspunt de prijs wordt genomen die de afnemer bereid is voor het product of dienst te betalen. Prijs die grotendeels wordt gebaseerd op de prijs op de markt of de prijs van de concurrentie, waarbij minder aandacht wordt besteed aan de eigen kosten van het bedrijf zelf en de vraag. Hierbij wordt bij de kosten om iets te produceren met een bepaald percentage voor marketingkosten en winst opgeteld (mark-up pricing). Kostengeoriënteerde prijszetting waarbij men beoogt met de productie en marketing van een product quitte te spelen (totale omzet = totale kosten) of de gewenste winst (of gewenste rendement) te halen (omzet = kosten + streefwinst) Prijszetting die precies de juiste combinatie van kwaliteit en goede service biedt tegen een billijke prijs. Consumenten baseren hun oordeel van de waarde van het product op de prijzen die concurrenten voor soortgelijke producten rekenen. Bij een gangbare prijs (going rate) mwordt de prijs grotendeels gebaseerd op de prijs van de concurrentie, waarbij minder aandacht wordt besteed aan de eigen kosten van het bedrijf zelf en de vraag Veiling waarbij potentiële kopers verzegelde inschrijving indienen en waarbij de opdracht wordt gegund aan degene die de beste prijs biedt. Strategie waarbij een nieuw product aanvankelijk hoog geprijsd wordt; de prijs wordt later stapsgewijs verlaagd zodat men de segmenten van boven naar beneden afroomt. De afzet is daardoor lager, maar wel winstgevender. Strategie waarbij een nieuw product aanvankelijk laag geprijsd wordt om een groot aantal kopers aan te trekken en een groot marktaandeel op te bouwen. Bij prijszetting op basis van de productlijn speelt vooral het prijsverschil tussen de verschillende modellen uit de lijn een rol. Prijszetting van optionele producten of accessoires bij een hoofdproduct. Prijszetting voor producten die men nodig heeft bij een hoofdproduct (scheermesjes voor een houder). Value delivery network Distributiekanaal Distributieschakel Lengte van het kanaal Direct marketingkanaal Indirect kort kanaal Jobber Kanaalconflict Horizontaal kanaalconflict Verticale kanaalconflicten Conventioneel distributiekanaal Verticaal marketingsysteem (vms) Geïntegreerd vms Contractueel vms Franchise van oerproducent tot finale afnemer. Een netwerk bestaande uit het bedrijf, leveranciers, distributeurs en uiteindelijk klanten die een partnerschap aangaan om de prestatie van het gehele systeem te verbeteren. Een groep onderling afhankelijke organisaties die samen zorgen dat een product of dienst ter beschikking wordt gesteld aan een consument of bedrijf voor gebruik of verbruik. Een laag tussenhandelaren die een bijdrage levert aan het dichter bij de eindafnemer brengen van het product en het bezit ervan Het aantal schakels in de bedrijfskolom. Een marketingkanaal zonder tussenschakels Er is sprake van slechts één schakel tussen de fabrikant en de finale afnemer. Een agent die producten zon nodig in voorraad aanhoudt. De deelnemers aan het distributiekanaal zijn het oneens over de doelstelling, de taakverdeling of de beloning. Een conflict tussen bedrijven op hetzelfde niveau binnen een kanaal. Een conflict tussen bedrijven op verschillende niveaus binnen hetzelfde kanaal. Een distributiekanaal dat bestaat uit één of meer onafhankelijke producenten, groothandelaren en detaillisten, die alle hun eigen bedrijf hebben en daarvoor een zo groot mogelijke winst nastreven, vaak ten koste van de winst van het systeem als geheel. Een distributiekanaal waarin producenten, groothandelaren en detaillisten als één harmonisch systeem optreden; één lid van het kanaal heeft de andere in eigendom, heeft contracten met de anderen, of heeft zoveel macht dat zij daardoor samenwerken. Een verticaal marketingsysteem waarin de productie- en distributiefasen zich in handen van één bedrijf bevinden, dat ook de leiding over het kanaal heeft. Een verticaal marketingsysteem waarin onafhankelijke bedrijven in de verschillende productie- en distributiefasen op contractuele basis samenwerken om de kosten te drukken of de afzet te vergroten. Een vorm van contractuele samenwerking tussen een producent, een groothandel of een dienstverlenende organisatie (franchisegever) en onafhankelijke ondernemers (franchisenemers) die het recht verwerven om

Was dit document nuttig?

Marketing woordenlijst

Vak: Marketing management

390 Documenten
Studenten deelden 390 documenten in dit vak

Universiteit: Arteveldehogeschool

Was dit document nuttig?
Hoofdstuk 1: Marketing
Marketing Een sociaal en managementproces waarin individuen en
groepen verkrijgen wat zijn nodig hebben en wensen,
door producten en waarde te creëren en deze met
anderen uit te wisselen.
Behoefte Het besef van een individu dat het hem aan iets
ontbreekt.
Wensen De concrete vorm die de behoefte aanneemt in een
bepaalde cultuur en persoon.
Vraag Wensen die worden gesteund door koopkracht.
Ruil De handeling waarbij men het gewenste object van
iemand verwerft door zelf iets anders in ruil aan te
bieden.
Transactie Een ruil tussen twee partijen waarmee ten minste Twee
zaken van waarde gemoeid zijn, plus overeengekomen
voorwaarden, een tijd en een plaats van overeenkomst.
Markt Alle werkelijke en/ of potentiële kopers van een product
of dienst.
Marketingaanbod Een combinatie van goederen, diensten, informatie of
ervaringen die bedrijven de markt bieden om een
behoefte of wens te bevredigen.
Producten Alles wat onder de aandacht van de markt kan worden
gebracht of aangeboden voor aankoop, gebruik of
verbruik, en wat misschien voorziet in een behoefte of
een wens; dit kunnen zowel materiële objecten zijn als
diensten, personen, plaatsen, organisaties en ideeën.
Diensten Ontastbare en relatief snel vergankelijke activiteiten,
waarbij tijdens de interactieve consumptie directe
behoeftebevrediging centraal staat en er geen materiële
bezitsvorming optreedt.
Marketingmanagement De analyse, planning, toepassing en uitvoering van
programma’s die ontworpen zijn om voordelige
transacties met kopers tot stand te brengen, uit te
bouwen en te onderhouden, waarbij het doel is de
ondernemingsdoelstellingen te verwezenlijken.
Marktsegmentatie Het proces waarbij consumenten worden ingedeeld in
duidelijk onderscheiden groepen met gelijksoortige
behoeften, kenmerken of gedrag. Deze groepen willen
mogelijkerwijs andere producten of een andere
marketingmix.
Doelgroepkeuze Het proces waarbij de aantrekkelijkheid van de
verschillende marktsegmenten wordt geëvalueerd en
één of meerder doelgroepen worden uitgekozen
waarop het bedrijf zich wil richten.
Demarketing Marketing om de vraag tijdelijk of permanent te doen
dalen, waar bij het niet de bedoeling is dat de vraag
verdwijnt, maar wel dat hij vermindert of verandert.
Differentiëren De organisatie heeft het doel om een op aantal voor de
(potentiële) afnemer relevante productattributen
onderscheidend product aan te bieden. Het aanbieden
van een goederen- of dienstenpakket dat in de