- Informatie
- AI Chat
Was dit document nuttig?
Aminozuren en peptiden
Vak: Biochemie (1001WETBIC)
55 Documenten
Studenten deelden 55 documenten in dit vak
Universiteit: Universiteit Antwerpen
Was dit document nuttig?
Aminzuren, peptiden en proteïnen
Hoofdstuk 3 , pagina 75-108, Principles of biochemistry – Lehninger-
3.1 Aminozuren
Proteïnen zijn polymeren , opgebouwd uit aminozuren elk verbonden met zijn naburig AZ
door middel van covalente binding met het volgende aminozuurresidu waterstof wordt
afgesplitst bij de binding. Proteïnen kunnen afgebroken worden (gehydrolyseerd) tot hun
aminozuren door verschillende methodes. Er zijn in totaal 20 verschillende AZ met elk hun
triviaal namen, vaak afgeleid van het product waaruit ze ontdekt zijn.
Aminozuren hebben dezelfde gemeenschappelijke structuureigenschappen
Alle 20 AZ hebben een carboxylgroep die op het α-koolstofatoom is gebonden. Verder
hebben ze een aminogroep (NH3+) en één waterstofatoom op deze koolstof. Aminozuren
verschillen enkel van elkaar in de R-groep in structuur, grootte, elektrische lading en
oplosbaarheid in water. Voor de 20 basis AZ die eiwitten uitmaken, is er zowel een drieletter
afkorting als één letter. Deze laatste worden gebruikt om kort de compositie en opvolging
van de aminozuren in eiwitten te beschrijven.
Voor alle AZ, behalve glycine, is het α-koolstofatoom gebonden aan 4 verschillende groepen
Chiraal atoom. Omdat ze een tetraëdrische rangschikking hebben rond dit koolstofatoom,
kunnen de 4 verschillende zijketens zich op 2 unieke ruimtelijke manieren schikken
Stereoenantiomeren ( 2 niet opponneerbare spiegelbeelden). Bovendien zijn alle moleculen
met een chiraal centrum ook optisch actief = roteren het vlak van vlak- gepolariseerd licht
over een bepaalde hoek.
Om de absolute configuratie te specifiëren wordt er gebruik gemaakt van een D of L systeem
gebaseerd op de absolute configuratie van glyceraldehyde : kijken naar de plaats van de
aminogroep.
Aminozuurresidus in proteïnen zijn L stereoisomeren
Bijna alle biologisch voorkomende verbindingen met een chiraal centrum, komen natuurlijk
maar in één stereoisomeer voor. Bij de AZ in proteïnen is dit de L vorm. Cellen zijn in staat
om de specifieke L AZ te synthetiseren omdat de actieve ‘site’ van de enzymes asymmetrisch
zijn waardoor de reacties die ze katalyseren stereospecifiek zijn.
Aminozuren kunnen worden ingedeeld obv de R-groep
We kunnen de AZ opdelen in 5 grote groepen, gekeken naar de polariteit (neiging om te
reageren met water met biologische ph van 7) van de R-groep.
De polariteit van de R-groep varieert van niet-polair en hydrofoob (niet-oplosbaar) naar erg
polair en hydrofiel (oplosbaar) met een paar AZ die we daar ergens tussen moeten plaatsen
glycine, histidine en glyceïne : moeilijk te plaatsen in één groep.